MOTIVATIE
De reden om dit onderzoek aan te pakken kwam vooral voort uit een generatie aangedreven ambitie. Om mijn generatie een betere ervaring te geven in het onderwijs en deze ervaring meer te laten aansluiten bij de leefwereld van de digital natives ben ik opzoek gegaan naar innovatie. Mijn intrinsieke motivatie heeft voorop gestaan in dit proces. Ik wilde graag iets bijdragen op mijn manier om zo ook nieuwe paden te openen voor de generatie die na mij komt op de opleiding van MKE. Dit betekent dat ik graag de grenzen opzoek.
EEN BIJDRAGE AAN DE DIGITALE UITDAGING IN HET HOGER KUNSTONDERWIJS
De beoogde ‘21th century skills’ laten ons geloven dat de er geen grenzen zijn. Dit zou betekenen dat de kunst- en designwereld een nieuwe dimensie in kan slaan. Toch blijft het in scholen vaak bij de speculatie; ‘wat als?’. Maar wat als het al mogelijk is om deze ervaring te realiseren, waar laat zich het zich dan op wachten?
Digitale vaardigheden blijven vaak onderschat in het klaslokaal. De docent is onvoldoende op de hoogte van technische mogelijkheden. Hierdoor zie je dat er een demotiverende houding ontstaat met afstand en onbegrip. Het resultaat hiervan kan zijn dat de student zichzelf stimuleert om buiten de academie te gaan zoeken of in het ergste geval niet meer onderneemt.
In 2021 heb ik dit artistiek onderzoek aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten uitgevoerd. Het bestaat uit desk research en een praktisch onderzoek, dat plaatsvond in de digitale werkplaats van de FHK. Hier verkennen studenten de mogelijkheden van digitale technieken als 3D-printen, lasersnijden en elektronica.De digitale weerbaarheid van de bachelorstudenten was kwetsbaar en de vaardigheden onder het gemiddelde. – Anne Sophie Ramsteijn.
Dit leidde tot de volgende onderzoeksvraag: Welke aanpak is nodig om een positieve houding ten opzichte van digitale cultuur bij de bachelorstudenten van Fontys Hogeschool voor de Kunsten te creëren?
Het onderzoek heeft een praktijkgerichte benadering, om de student een stem te geven in de complexe opgave van de toekomst. Ook zie ik studenten als experts als het gaat over de beleving van het (hedendaags) hoger kunstonderwijs.
Ik hoop met dit onderzoek een bijdrage te leveren aan het kunstonderwijs van morgen.
'Ik weet maar een beetje'
‘ik weet maar een beetje’, dat werd tekens gezegd als ik met docenten, studenten en creatieve makers sprak over hun kennis van de digitale wereld. Iedereen leek onzeker over zijn digitale vaardigheden. Het spectrum is groot en de vraag soms juist erg specifiek. Het digitale karakter is continu in verandering waardoor de kennis van gisteren morgen alweer achterhaald kan zijn. Om het kunstonderwijs toekomstbestendig te maken zouden we ons eigenlijk klaar moeten maken voor het onvermijdelijke.
Zelf weet ik (ook) maar een beetje als het gaat over digitale technologie. Het meeste weet ik van het internet. Via websites, vaak open source fora, of een online tutorial kwam ik op het spoor van nieuwe digitale kennis en/of vaardigheden. Het fascineert mij hoe iemand (vaak onbetaald) tijd vrijmaakt om mij gratis informatie aan te bieden. In de tussentijd leerde ik 3D modelleren, van interactief te ontwerpen tot aan het maken van virtuele kunst. Voor mij staat de digitale wereld centraal voor een plek waar je eindeloze informatie kan vinden, delen en genereren. Tegelijkertijd is dit ook dé plek waar een nieuwe vorm van kunstvorm krijgt en wordt onderzocht.
Bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten (FHK) deel ik mijn passie in de digitale werkplaats. Hier begeleid ik studenten tijdens het leerproces van digitale technieken als 3d printen, lasersnijden en programmeren.
Studenten starten in de digitale werkplaats vaak onervaren met de benodigde software. Zij zien het als een barrière om iets te creëren in een digitale techniek. Het is vaak demotiverend om veel tijd te moeten steken in het leren van één softwareprogramma voordat je aan de slag kunt je eigen idee. Het is soms ook beangstigend om met dure machines of materiaal te werken, want wie-weet doe je iets verkeerd en gaat er iets kapot. Al deze onzekerheden zorgen voor drempelvrees bij studenten. Het tekent de uitdaging de digitale toekomst.
Het afgelopen jaar deed ik artistiek onderzoek de digitale werkplaats van FHK met de missie om de digitale drempelvrees bij studenten te verminderen. We verwachten namelijk van deze huidige studenten, dat zij gemak hebben bij digitale technieken. Aangezien zij als ‘digital natives’ (term onderstaand verder uitgediept) zijn opgevoed. Toch ervaren zij ondanks de digitale geletterdheid, niet altijd digitaal gemak. Het is van groter belang is om te het werken aan een positieve houding ten opzichte van de digitale cultuur. Een cultuur die uitdaagt en nieuwsgierig maakt naar de ongekende mogelijkheden die digitale technieken bieden. Juist door dit te stimuleren ontstaan er de kansen voor positieve grondhouding.
Digital natives
In het essay Digital Natives, Digital Immigrants (Prensky 2001) wordt deze term geïntroduceerd. Hierin beschrijft hij jongeren als ‘native speakers’, een groep die een gezamenlijke digitale taal spreekt. Ze kennen geen wereld zonder computers, videospellen en internet. Mensen die nog wel in de oude wereld zijn opgegroeid en op latere leeftijd de digitale taal hebben aangeleerd, duidt Prensky aan als ‘digital immigrants’.
Mijn intrinsieke motivatie
Om spelenderwijs en informeel met kunst om te gaan werd mij aangereikt in mijn natuur. In mijn opvoeding stonden de kunsten centraal, dat kon immers niet anders met een moeder als kunstenaar. In mijn vrije tijd vulde mijn hobby’s zich door ballet, het koor, blokfluit, theater en niet te vergeten de vele culturele bezoeken. Als kind werd ik verrijkt door bezoeken aan het Guggenheim, Academia del Belli, Musea Picasso en Dalí Theatre and Museum. Thuis stond de beeldende kant van de kunsten centraal. Mijn moeder, Ellen Brouwers bouwden haar bedrijf op aan huis en mijn thuisomgeving werd al gauw een plek waar wonen, werken en tonen met elkaar waren verweven. De kunsten werden voor mij een manier van leven en met een moeder als kunstenaar leerde ik van haar uitspraak; “een leven omringd door kunst heeft meer inhoud” en volgde ik haar voetsporen.
In begin 21e eeuw ging ik op zoek naar wat de kunsten voor mij, als jonge onafhankelijke vrouw kon betekenen. Deze zoektocht zette zijn wortels aan de kant van educatie, daar waar ik de betekenis kon delen met een ander. Om samen betekenis te geven heb ik een belangrijke spelregel; je moet ieders interpretatie en realiteit respecteren. Dit is voor mij de basis van kunsteducatie en de persoonlijke ervaring is iets waar ik me op focus in mijn rol als educator.
Het belang om voor deze voorwaarde te streven ligt hem in mijn drang om iets te veranderen aan de mentale gezondheid onder studenten. Ik geloof als we meer aandacht geven aan de persoonlijke leerervaring van de student dat we een eerste stap kunnen maken naar het verbeteren van de huidige situatie:
Bijna alle studenten ervaren stress (97%) en ruim de helft van de studenten ervaart veel stress. Belangrijke bronnen voor stress zijn de studie en de coronacrisis. Ook ervaart ruim de helft van de studenten veel prestatiedruk vanuit zichzelf of anderen. Zowel stress en prestatiedruk zijn belangrijke factoren voor een verslechterde mentale gezondheid en studenten die aangeven meer stress en prestatiedruk te hebben, ervaren minder veerkracht. Ruim driekwart van de studenten voelt zich eenzaam, waarvan een kwart een sterke mate van eenzaamheid voelt. Een groot percentage (80%) geeft aan dat de coronacrisis een belangrijke bron is van de eenzaamheid. Studievertraging en studieschuld hebben een klein negatief verband met de mentale gezondheid.
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/11/11/mentale-gezondheid-studenten-onder-druk
Het is het schakerend om te zien hoe de algemene mentale gesteldheid is van studenten. Het is een dreiging, omdat zij een leven lang last kunnen krijgen van faalangsten, depressies en/of angststoornissen. Zelf heb ik een soort gelijke ervaring gehad in het kunstonderwijs, waar ik mijn eigen mentale gezondheid achteruit zag gaan tijdens mijn studietijd. Voor mij was dit onacceptabel, omdat ik in het verleden mijn vader heb verloren aan een depressie. Al deze redenen maken het mijn missie om hier iets aan te veranderen.
In mijn meesterproef aan de Master Kunsteducatie bekijk ik de mogelijkheid om hier iets voor te betekenen bij de studenten binnen het hoger kunstonderwijs in Nederland. Dit probeer ik te doen door middel van praktijkgerichtonderzoek uit te voeren bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Vanuit deze kunsteducatieve praktijk zie ik veel kansen liggen in het inzetten van digitale technologieën met als doel om de studenten op persoonlijk niveau te motiveren. De motivatie is een kernelement in het aanpakken van een slechte mentale gezondheid in de leeromgeving.
Binnen de kansen van digitale technologieën (zoals o.a. AI, 3D printen, internetkunst) zoom ik tijdens mijn onderzoek in op virtual reality. Vanwege het sterke inlevingskarakter van deze techniek en de kracht om een nieuwe realiteit te vormen. De bewuste inzet van dit soort technologieën maakt student centered learning en learning by doing mogelijk. Dit kan helpen bij het meer betrekken van de student bij zijn of haar onderwijs en het verbeteren van leeropbrengsten (Han & Finkelstein, 2013; Pellas, 2014; Da rocha Seixas, Gomes & De Melo Filho, 2016).
Ook tijdens de meesterproefopdracht zorg ik voor mijn eigen mentale gezondheid in mijn rol als onderzoeker.
- Ik zoek inspiraties op om positief geprikkeld te worden.
- Ik zoek naar mensen buiten het kunsteducatieve veld, om meer diversiteit te vinden en zo te kunnen relativeren.
- Ik zoek naar kennis voor mijn eigen ontwikkeling, om skills op te bouwen en ook zelf te groeien.
- Ik zoek naar de grenzen binnen mijn opdracht door mezelf te zijn en de ‘digital native’ uit te hangen.